Het stadsbestuur, onder leiding van Leefbaar, heeft bij de voorjaarsnota er opnieuw voor gekozen om de gemeentelijke belastingen niet extra te verhogen. De gemeente staat voor grote uitdagingen, maar kiest er bewust voor om de rekening niet bij de Rotterdammers te leggen.

Sinds Leefbaar deze periode in het stadsbestuur zit, sinds 2022, zijn er geen extra verhogingen doorgevoerd. “Verschillende andere gemeenten leggen de rekening bij de inwoners door de belastingen omhoog te gooien. Amsterdam verhoogt bijvoorbeeld de belasting voor woningbezitters met ruim 25%. In Rotterdam met Leefbaar aan de knoppen zijn de inwoners geen pinautomaat. Uitsluitend de inflatie wordt doorberekend, verder worden de belastingen niet verhoogd.”, zo legt Leefbaar-fractievoorzitter Simon Ceulemans uit.

In Rotterdam staan de gemeentefinanciën onder druk, net als in bij bijna alle andere gemeenten in ons land. Voor ongeveer driekwart van de financiering zijn gemeenten afhankelijk van het zogeheten Gemeentefonds, geld dat vanuit het Rijk komt. Echter komt er structureel te weinig geld binnen om bijvoorbeeld financiering van de jeugdzorg en bijstandsuitkeringen te bekostigen. De rest van de inkomsten van de gemeente komen uit gemeentelijke belastingen. De gemeente moet dus scherpe keuzes maken, hierbij wordt nadrukkelijk gekozen om niet te bezuinigen op veiligheid. Voor de tekorten kijkt de gemeente naar de eigen uitgaven en de eigen spaarpot, de rekening wordt niet bij de Rotterdammers neergelegd.

De verschillen met de oppositiepartijen zijn duidelijk. Waar de coalitiepartijen in het stadsbestuur nadrukkelijk kiezen om de belastingen niet te verhogen, wil GroenLinks-PvdA wel een lastenverzwaring voor Rotterdamse huishoudens. Ze noemen gewone woningeigenaren zelfs de ‘winnaars’ van de woningcrisis en willen daarom de Onroerendezaakbelasting (OZB) omhoog…

De gemeenteraad heeft op 17 juli ingestemd met de voorjaarsnota van het stadsbestuur, inclusief het niet extra verhogen van de gemeentelijke belastingen. De plannen voor 2026 worden nu vervolgens uitgewerkt in de begroting voor volgend jaar.