Joey de Waard is raadslid en vice-fractievoorzitter voor Leefbaar Rotterdam. Als Hoekenees heeft hij natuurlijk de Kleine Kernen in zijn portefeuille. In zijn column blikt hij terug op dit zomerseizoen.

De zomervakantie zit er alweer op en de scholen zijn weer begonnen, of staan op het punt om te beginnen. We hebben een paar echte top stranddagen gehad en dat hebben we gemerkt. Parkeerplaatsen die volliepen, de Langeweg die volliep met auto’s, hordes met mensen (met en zonder gevulde koelboxen) en overvolle metro’s gevuld met strandgangers. De warmste maandag in augustus was het helemaal bar en boos met auto’s die op het veld aan de Koningin Emmaboulevard geparkeerd werden.

Wat mij persoonlijk opviel is dat iedere auto met alle macht bijna letterlijk op het strand wil parkeren, bijna iedere bestuurder ging de discussie aan met de verkeersregelaar die aan de Badweg/Strandboulevard gestationeerd was. Het hielp ook niet mee dat de meeste verkeersregelaars gebrekkig of geen Nederlands spraken, de auto’s moesten in ieder geval even wachten. Bestuurders raakten uiteraard geïrriteerd en begonnen te toeteren, net alsof Turkije een EK-wedstrijd had gewonnen. Uiteindelijk stond het halve dorp vast door een file richting het strand. Vervelend, maar dat heb je als het warm is. Dan willen mensen maar het strand. Voor die 5 a 6 keer per jaar dat het gebeurt, heb ik zoiets van ‘toch even fijn voor die strandondernemers om even wat extra’s te kunnen pakken voordat de vakantie weer voorbij is’. De drukte zelf is dan niet erg, maar het volk wat zich dan niet kan gedragen wel. Die mogen wat mij betreft wegblijven.

Wat op het strand opviel was dat er bij sommige terrassen tegenwoordig beveiliging nodig is. Voordat je het terras op kunt, word je eerst tegengehouden door een beveiliger en dan wordt er bepaald of je plaats kunt nemen. Klaarblijkelijk is dit tegenwoordig nodig om het aantal personen en de veiligheid op je terras te waarborgen, maarja ook op de terrassen geldt: vol is vol. En als het dan vol is, dan zoek je een ander plekje. Dat was dan samen met de asociale bestuurders wel iets wat negatief opviel; het wederzijds respect is ver te zoeken. In plaats van lekker van het warme weer genieten waren er ook zat mensen die opgefokt waren, onder invloed waren, en zich niet konden gedragen. Vervelend voor Hoek van Holland, vervelend voor de andere badgasten, vervelend voor de strandondernemers en vervelend voor de handhaving en politie. Als je je niet kunt gedragen, sla Hoek van Holland dan lekker over, en ga dan lekker in een schelpenbadje op je balkon of in je achtertuin zitten. Ook de EHBO en soms de ambulancebroeders hadden het druk op deze zomerse dagen. Alle lof voor al het werk wat deze mensen doen met deze hitte. Wat ik dan wel raar vind is dat er op zonnige stranddagen niet standaard een paar ambulances paraat staan in de omgeving. Dit scheelt enorm in de aanrijtijden, vooral met het gegeven dat er op de laatste top stranddag 150.000 mensen in de Hoek waren.

Deze paar stranddagen gaven ook een flink rumoer op social media, vooral onder de Hoekenees. Want de vierseizoenenbadplaats is niet goed voor Hoek van Holland en de Hoekenees, het zou ten koste gaan van de dorpse cultuur. Ik zie het anders: de vierseizoenenbadplaats moet het dorp juist jaarrond interessant maken mét behoud van de dorpse cultuur, en dan vooral voor haar inwoners. Onze dorpse cultuur staat juist onder druk door het woonbeleid, de uitstroom van onze eigen jeugd en het huisvesten van kansarme urgenten en probleemgezinnen binnen onze dorpse cultuur. Want ook als je nu op niet-stranddagen door het dorp loopt, dan ziet onze dorpse cultuur er heel anders uit als 10 jaar geleden. Laten we hopen dat we nog een paar mooie dagen krijgen waarbij we kunnen genieten van het mooie weer, want voor we het weten is het alweer herfst.