Ook in 2025 openen weer nieuwe wijk- en zorgrestaurants de deuren, verspreid over heel Rotterdam. Leefbaar-wethouder Ronald Buijt reikte onlangs subsidies uit aan een aantal restaurants die komend jaar door de gemeente worden ondersteund. In de wijk- en zorgrestaurants kunnen senioren en wijkbewoners een hapje eten en de gezelligheid opzoeken.
Zorgrestaurants keren terug
Vorige linkse stadsbesturen bezuinigde de restaurants weg, waardoor belangrijke ontmoetingsplekken in de wijken verdwenen. Leefbaar Rotterdam is juist groot voorstander van deze restaurants en daarom is met Leefbaar in het stadsbestuur fors ingezet op de terugkeer. Ouderen waarderen in plaats van schofferen, dat is waar Leefbaar voor staat.
“Omdat we het gewoon belangrijk vinden dat er plekken zijn in deze stad waar ouderen samen kunnen komen, waar je een beetje saamhorigheid hebt. Er zijn ook heel veel Rotterdammers die in eenzaamheid leven en dit zijn echt plekken waar mensen toch weer onder de andere mensen zijn.”, aldus Leefbaar-wethouder Ronald Buijt (Zorg).
Sinds deze collegeperiode (2022-2026) zijn er weer tientallen wijk- en zorgrestaurants teruggekeerd in de gemeente. In 2024 kwamen er rond de 15 restaurants bij, ook in 2025 blijft de teller oplopen. Ook in de kleine kernen komen restaurants, zo opent in 2025 een wijk- en zorgrestaurant de deuren op Rozenburg.
Ondersteuning van de gemeente
Wijk- en zorgrestaurants kunnen hulp vragen aan de gemeente, bijvoorbeeld om in de opstartfase kostendekkend te zijn of bij investeringen in de keuken of een verbouwing voor voldoende zitplaatsen. Niet alle restaurants hebben ondersteuning nodig, voor de organisaties die hulp nodig hebben is deze beschikbaar vanuit de gemeente.
De wijk- en zorgrestaurants bieden maaltijden voor senioren en wijkbewoners. Zorgwethouder Ronald Buijt: “Dat moet natuurlijk voor een mooi tarief zijn. Dat is niet helemaal kostendekkend te maken in het begin. Je hebt een aantal investeringen nodig, je hebt een aantal klanten nodig. Dus wij helpen als gemeente de mensen die dit willen gaan doen”.