Politie fouilleerde bewust niet preventief tijdens het Zomercarnaval

Leefbaar Rotterdam heeft met verbazing kennisgenomen van het nieuws over het bewust niet inzetten van preventief fouilleren tijdens het Zomercarnaval. Dit als gevolg van de politieke obsessie met huidskleur en discriminatie. Rotterdammers, maar ook haar bezoekers, moeten ervanuit kunnen gaan dat de politie, gemeente en andere instanties tot het uiterste gaan om de veiligheid te waarborgen. Een millimeter verslappen daarin is wat ons betreft onacceptabel. Wat Leefbaar Rotterdam betreft worden personen preventief gefouilleerd worden op basis van verdacht gedrag en niet op basis van huidskleur en andere factoren die niets met gedrag te maken hebben.

De eerstvolgende raadsvergadering is op donderdag 7 september, over ongeveer vijf weken. Dat vinden wij te laat. Zodra het reces voorbij is willen wij met de voltallige gemeenteraad hierover in debat met het college. Daarom verzoekt de fractie van Leefbaar Rotterdam u om conform artikel 17, lid 2, van de Gemeentewet, een buitengewone raadsvergadering uit te roepen op donderdag 24 augustus.

Voorafgaand dit debat willen wij graag antwoord op de volgende vragen:

  1. Klopt het bericht dat besloten is om niet preventief te fouilleren bij het Zomercarnaval omdat dit ‘een gevoel van discriminatie’ zou kunnen oproepen? Zo nee, wat was dan wel de reden om niet preventief te fouilleren?
  2. Kan het college heel uitgebreid aangeven hoe dit besluit tot stand is gekomen? Welke partijen zijn hierbij betrokken, bij welke van de betrokken partijen komt het voorstel om niet preventief te fouilleren vandaan, door wie is het uiteindelijke besluit genomen en wanneer is dit gebeurd?
  3. De organisatie van het Zomercarnaval prees vorig jaar de inzet van de politie en stelde dat preventief fouilleren de bezoekers een veilig gevoel gaf: in hoeverre is deze organisatie bij dit besluit betrokken?
  4. Wat is er veranderd ten opzichte van de afgelopen jaren op basis waarvan dit jaar besloten is om niet preventief te fouilleren terwijl dit voorheen wel gebeurde?
  5. Hoe kijkt het college, met de gedachte van nu, aan tegen het besluit om niet preventief te fouilleren tijdens het Zomercarnaval? Worden er lessen uitgetrokken? Zo nee, waarom niet?
  6. Gezien de structurele aard van de geweldsincidenten tijdens het Zomercarnaval; in hoeverre is het college ervan overtuigd dat zij, binnen de huidige opzet van het Zomercarnaval, de veiligheid op een verantwoorde wijze kan garanderen? Zo ja, op basis waarvan kunt u dit garanderen? Zo nee, in hoeverre is het Zomercarnaval op deze wijze, of in het ergste geval überhaupt, nog houdbaar?
  7. Is het college bereid om de antwoorden op deze vragen maximaal een week voor het debat aan de raad te doen toekomen?