Mensen protesteren tegen bizar hoge huurprijzen en gebrek aan betaalbare koopwoningen. Hoe heeft dit zover kunnen komen, vraagt het Rotterdamse Leefbaar-raadslid Hans van Putten zich af.
Hoe heeft het zover kunnen komen? Er is sinds de kredietcrisis te weinig gebouwd, terwijl de vraag is toegenomen: de bevolking is gegroeid met een miljoen mensen in tien jaar, huishoudens zijn kleiner geworden en onze ouderen zijn langer thuis blijven wonen.
De instroom van asielzoekers en arbeidsmigranten heeft gezorgd voor een forse druk op de woningmarkt. Zo moet de gemeente Rotterdam dit jaar maar liefst 959 statushouders helpen aan een woning.
Daarnaast hebben grote beleggers de woningmarkt in de afgelopen jaren stevig verziekt door massaal huizen op te kopen. Ze hadden veel geld voorhanden, omdat de Europese Centrale Bank in 2018 de rente had verlaagd naar 0 procent. Vorig jaar ging maar liefst 38 procent van de verkochte woningen in Rotterdam naar investeerders. Gevolg: verdringing op de woningmarkt en daar zijn starters en mensen met een lager inkomen de dupe van.
Hoe lossen we dit op? Er moet nu een groot Deltaplan Wonen komen, dat ingrijpt op drie terreinen: koop, liberale huur en sociaal.
Voer in alle wijken van Rotterdam de zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming in bij woningen tot 450.000 euro.
Bouw betaalbare koopwoningen voor de middenklasse. Omdat banken niet meer aan vastgoedfinanciering doen, is er een Rijksinvesteringsfonds nodig. Dit fonds kan garant staan, zodat de bouwer kan beginnen met bouwen, op voorwaarde dat 20 procent van de woningen los verkocht wordt in het middensegment.
Laat woningcorporaties het overtollige deel van hun sociale voorraad aanbieden als kluswoning, zodat bijvoorbeeld starters deze kunnen opknappen.
Trek het woonwaarderingssysteem, dat geldt voor sociale huurwoningen (tot 752 euro), door naar woningen tot 1200 euro huur. Zodat een eerlijke huur wordt vastgesteld.
Laat woningcorporaties weer flink veel middeldure huurwoningen bouwen. Maak van de verhuurdersheffing een landelijk fonds voor woningbouwinvesteringen. Zo dwing je corporaties met concrete plannen te komen voor nieuwe woningen of om hun bestaande voorraad op te knappen.
Laat randgemeenten rond de grote steden een groter aandeel van de sociale nieuwbouw op zich nemen.
Bouw nieuwe studentenflats via de gewone corporatie, zoals Stadswonen Rotterdam. Leg verkamering aan banden, zodat beleggers geen hele straten meer opkopen om studenten en arbeidsmigranten te plaatsen. Bouw meer arbeidsmigrantenhotels, zodat we de druk verlichten op de woningmarkt.
Bouw nieuwe dorpen in de polders om de druk van de grote steden af te halen, zoals in Zuidplas, bij vliegveld Valkenburg en in het Utrechtse Rijnenburg.
Door deze maatregelen kunnen we de nieuwe generatie dezelfde kansen geven als voorgaande generaties.