Duizenden mensen in Nederland hebben te maken met geluidsoverlast door windturbines. Zembla ontdekte een achtergehouden rapport uit 2009 waarin wordt gewaarschuwd voor de geluidsnormen die omwonenden onvoldoende beschermen [1].

De geluidsoverlast door windturbines leidt tot het verstoren van de nachtrust van omwonenden. Dit slaaptekort leidt tot gezondheidsklachten, zoals concentratieproblemen, hoge bloeddruk, angst en depressie. Het causaal verband tussen chronisch slaaptekort en gezondheidsklachten wordt erkend door het RIVM. Het RIVM conludeert, en daarmee de overheid, dat windturbines kunnen leiden tot ernstige hinder en mogelijk slaapverstoring en dat deze reacties een rol kunnen spelen bij het ontstaan van ernstige gezondheidseffecten van omgevingsgeluid op de lange termijn. Niet voor niets heeft

Leefbaar Rotterdam dan ook bij de vaststelling van de RES (27 mei 2021) meerdere moties over dit onderwerp ingediend. Helaas konden deze moties toentertijd niet rekenen op een vruchtbare grond in de gemeenteraad.

De geluidsnormen voor windturbines zijn vastgesteld op 47dB overdag en 41dB ‘s nachts. Uit onderzoek van Dr.ir. Jan de Laat, klinisch-fysicus-audioloog (LUMC), blijkt dat al vanaf 35dB mensen overlast gaan ervaren. Bij veel wind maken de windturbines meer geluid. De betreffende geluidsnormen zijn in 2011 vastgesteld als jaargemiddelde.

Structurele overschrijding in een bepaalde periode kan binnen de toegestane norm van het jaargemiddelde blijven, terwijl er wel sprake is van structurele geluidsoverlast en een chronisch slaaptekort. Een kritisch rapport van VROM-inspectie is destijds niet gedeeld met de Tweede Kamer. Een kwalijke zaak.

Een jaargemiddelde is niet handhaafbaar, want structurele piekbelastingen zijn toegestaan. Met als gevolg het verstoren van de slaap van omwonenden, slaaptekort en daarmee gezondheidsklachten.

Door de Minister is destijds prioriteit gegeven aan de energietransitie ten koste van het beschermen van burgers. Geluidsoverlast aanvechten bij de rechter blijkt kansloos (van de 300 aangespannen rechtszaken won een omwonende er maar één). Wel is het mogelijk om nu een andere politieke keuze te maken en nu wel te kiezen voor de bescherming van burgers. Daarom de volgende vragen aan de wethouder:

 

  1. Is de wethouder bekend met het kritische rapport uit 2009 van VROM-inspectie, dat destijds kennelijk is achtergehouden voor de Tweede Kamer, waarin gewaarschuwd wordt voor de gevolgen van de geluidsnormen vanwindturbines? Zo ja, wat is de reactie van de wethouder?
  2. Is de wethouder bekend met de klachten over chronisch slaaptekort en de daarbij gepaarde gezondheidsklachten door het verstoren van de nachtrust van omwonenden door de structurele geluidsoverlast van windturbines? Zo ja, wat is de reactie van de wethouder?
  3. Heeft de wethouder onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de verstoring van de nachtrust door windturbines bij omwonenden en de mogelijke gezondheidsschade voor omwonenden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de uitkomst van dat onafhankelijke onderzoek (en door wie is het uitgevoerd) en in hoeverre heeft dit betrekking voor toekomstige windturbines op de Landtong nabij Rozenburg en het Beneluxplein nabij Hoogvliet en Pernis?
  4. Wat gaat de wethouder doen om de (mogelijke) gezondheidsschade van omwonenden door geluidsoverlast van windturbines te voorkomen?
  5. Is de wethouder bekend met de schadevergoeding van 110.000 euro die is toegekend door een rechter in Frankrijk aan een echtpaar dat gezondheidsschade heeft ondervonden door windturbines die op 1 km afstand van hun woonhuis staan?
  6. Hoeveel windturbines op land staan er (gepland) binnen een straal van 1 km van woonhuizen in de regio Rotterdam?
  7. Wat is de inschatting van de wethouder over de te verwachten schadeclaims door omwonenden binnen een straal van 1 km die gezondheidsschade ondervinden door windturbines op land?
  8. Heeft de wethouder middelen gereserveerd om deze te verwachten toekenning schadeloosstelling te kunnen betalen? Indien nee, waarom niet? Indien ja, welk bedrag en hoe wordt dat gefinancierd?
  9. De wettelijk minimale afstand tussen een windturbine en een woonhuis kan worden berekend volgens de formule: tiphoogte windmolenwiek maal een factor x. Uit onderzoek blijkt dat een factor 10 noodzakelijk is om geen geluidsoverlast te veroorzeken (onderzoek Dr. ir. Jan de Laat):
  • Is de wethouder hiervan op de hoogte?
  • Welke minimale afstandsnormen hanteert de wethouder voor windturbines op land?
  • Wat zijn de criteria voor het vaststellen van de minimale afstand?
  • Wat is de te verwachte ontwikkeling van de wettelijke minimale afstand de komende jaren?
  • Is er Europese wet- en regelgeving terzake de minimale afstand te verwachten? En zoja, wanneer?
  • Hoe is het nu geregeld in de andere landen in onze regio, bijvoorbeeld België, Duitsland en Denemarken?

 

  1. Met verwijzing naar art. 21 en art. 22 lid 1 van de Grondwet; is de wethouder van mening dat de burgers van Rotterdam, in het bijzonder hun veiligheid en gezondheid, dienen te worden beschermd door de overheid?
  2. Is de wethouder van mening dat het acceptabel is om windturbines te plaatsen op land, indien dit leidt tot risico’s op gezondheidsschade bij omwonenden in de regio Rotterdam? Indien ja, wat zijn de ethische afwegingen die de wethouder maakt?
  3. Welke (politieke) keuze maakt de wethouder in de afweging tussen gezondheid van burgers in de regio Rotterdam en het voldoen aan een convenant met betrekking tot windturbines op land?
  4. Is de wethouder bereid om binnenkort met het nieuwe college van Gedeputeerde Staten het gesprek aan te gaan over de geplande windturbines op de Landtong en Beneluxplein? Zo nee waarom niet, gezien de nieuwe politieke realiteit in de Provincie?

Deze vragen zijn ingediend door Leefbaar-raadslid Sebastiaan Bonte

[1] https://plinkhq.com/i/1444731970/e/1000603088595