Toen ik, alweer jaren geleden, gekozen werd in de Provinciale Staten als enige lid van Leefbaar Zuid-Holland heb ik na een jaar eieren voor mijn geld gekozen en me aangesloten bij de VVD. Hun programma stond het dichts bij mijn ideeën. Ik heb twee belangrijke moties op milieugebied binnen kunnen halen en subsidie geregeld voor de renovatie van het mausoleum op begraafplaats Oud Kralingen.

Eénmanspartijen zijn het gevolg van ons kiessysteem, waarbinnen iedereen die de kiesdeler behaalt ook de kans krijgt een zetel in te nemen; vaak halen ze die met financiële steun van moederpartijen in Den Haag. In onze raad zitten er vier.

Hun schreeuw om aandacht is omgekeerd evenredig met hun aantal zetels. Iedere keer als er pers op de tribune aanwezig is, beklimmen ze het spreekgestoelte om vooral te laten zien dat ze volkomen onterecht door die domme kiezers slechts op één zetel zijn gehouden. Daarbij komt, dat ze vaak niet aanwezig kunnen zijn in de commissievergaderingen, zodat ze die dunnetjes overdoen in de raad; die daar eigenlijk niet voor bedoeld is. Sommige raadsleden geeuwen al niet meer achter hun hand, maar lopen verveeld naar de koffie – of leeskamer. De situatie in onze raad is nog nijpender, omdat er ook drie partijen zijn met slechts twee zetels, die ongeveer dezelfde manier van denken en handelen hebben.

Kortom nutteloze en tijdrovende bezigheden. Ook omdat de partijen met vijf zetels hebben afgesproken het dualistisch systeem en de democratische traditie voor vier jaar op te schorten door met één zetel verschil met een volkomen dichtgetimmerd bestuursakkoord te komen. Het gewauwel van de splinterpartijtjes is dus van nul en generlei waarde.

Er is echter een plek, waar iedere partij één stem heeft: het presidium. Ik heb mijn plek in het presidium van Zuid-Holland niet ingenomen, omdat ik het één man één stem systeem absoluut ondemocratisch vond, liet ik de commissaris van de (toen) Koningin weten. Hij knipoogde en gaf me een compliment over bescheidenheid (ben ik overigens absoluut niet).

Toen ik in 2002 voor het eerst in het Rotterdamse presidium verscheen – er werd altijd gedineerd – zag ik tot mijn grote ergernis een zeteldief zitten, die, zo bleek me later, net zoveel inbreng had als ik met 16 zetels achter me. Ik trok mijn conclusie en stapte direct op. Pas na een gesprek met de burgemeester en het dringende verzoek van mijn fractievoorzitter (Fortuyn) heb ik later toch plaats genomen.

Over het algemeen gaat het in het presidium over niet politieke zaken. De meeste leden erkenden het volstrek ondemocratische gehalte en als er soms een bijna politieke beslissing genomen moest worden dan telde de stem van de grootste partij zwaarder dan die van een éénmanspartij.

Het huidige volstrekt ondemocratisch samengestelde presidium heeft in haar “wijsheid” besloten de spreektijd van mijn partij Leefbaar Rotterdam te verminderen en die te geven aan éénmanspartijen. De volgende beslissing zou kunnen zijn dat ze het toch beter vinden dat wij helemaal maar niets moeten zeggen.

Over ieder onderwerp mag zo’n partijtje nu 9 minuten praten. Leefbaar met haar 11 – ziekelijk jaloers makende – zetels slechts 13 minuten. Dat houdt in de praktijk in dat de spreker van een éénmanspartij in iedere commissie en iedere raadsvergadering mag spreken, terwijl de leden van Leefbaar Rotterdam de tijd verdelen over 11 leden. Dus de 4 eenmanspartijen en de drie tweemanspartijen hebben samen 63 minuten tegen Leefbaar Rotterdam, die één zetel meer heeft dan zij bij elkaar slechts 13 minuten.

Er zijn zeven commissies en er is één raad. Laat ik als voorbeeld mevrouw Verkoelen van 50+ noemen. Zij heeft dus 8 maal 9 minuten spreektijd ter beschikking: 72 minuten. Een raadslid van Leefbaar Rotterdam 8 maal 13 gedeeld door 11 is ongeveer 9 en een halve minuut.

Neem daarbij dat een raadslid van Leefbaar slechts een paar onderwerpen in haar/zijn portefeuille heeft en zich op ieder onderwerp goed kan inlezen, terwijl iemand uit een éénmanspartij van alle markten thuis moet zijn en dus onmogelijk van alles kennis kan hebben.

Ik noemde die mevrouw van 50+, omdat ze haar zo volstrekt ondemocratische gedrag in het AD als volgt verklaarde: “Voor een goede vakinhoudelijke discussie hebben we te weinig tijd”

Nee mevrouw: u heeft te veel tijd en te weinig kiezers.

Ronald Sørensen