Deze week werd bekend dat het Rijk 634 miljoen euro meebetaalt aan de nieuwe oeververbinding. De eerste stap naar een extra brug is gezet. Maar dat betekent niet dat de kous daarmee af is. Sterker nog, het proces begint pas.
De nieuwe oeververbinding, het is het gesprek van de stad. Al veel langer is de wens er om een extra oeverbinding te realiseren, zijt het in de vorm van een brug dan wel een tunnel. Door de nieuwe verbinding kunnen ook de mensen in Rotterdam-Oost makkelijker de oversteek naar Zuid maken, en andersom. Denk bijvoorbeeld aan de Erasmus Universiteit. Die wordt nu beter toegankelijk voor inwoners aan de Zuidkant van de stad.
Daarnaast is Rotterdams vervoersbedrijf RET ook groot voorstander van de nieuwe oeververbinding. Het maakt namelijk mogelijk dat er een extra OV-verbinding van Rotterdam-Oost naar Zuid gerealiseerd kan worden. Hierdoor hoeven reizigers uit het Oosten van de stad niet meer door het centrum te reizen en kan het tegen z’n capaciteit aanzittende metrostation Beurs ontlast worden.
Maar dit alles betekent niet dat we vanaf nu stilzitten. Er gaat nu onderzoek plaatsvinden over hoe de brug het beste ingepast kan worden. De insteek van Rotterdam is dat de bewoners en andere belanghebbenden maximaal meegenomen moeten worden in het participatieproces. Daarnaast moet de schade op de omgeving minimaal zijn. Kortom, we blijven het proces kritisch op de voet volgen.